Na de ophef in veel westerse landen over de sexualisering van jonge kinderen, mede door optredens van dragqueens of televisie-uitzendingen waarin kinderen naar de piemels van (oude) volwassenen moeten kijken, lijkt ook de VN de normalisering van sex met kinderen te willen normaliseren. In een recent rapport wil zij de strafbaarheid ervan opheffen.
Foto: Pixabay
“Het Internationaal Comité van Juristen (ICJ) heeft samen met UNAIDS en het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) officieel een nieuwe reeks juridische beginselen door deskundigen gelanceerd als leidraad voor de toepassing van internationale mensenrechtenwetgeving op het strafrecht. De “8 maart-beginselen”, zoals ze worden genoemd, beschrijven een op mensenrechten gebaseerde benadering van wetten die gedrag in verband met seks, drugsgebruik, hiv, seksuele en reproductieve gezondheid, dakloosheid en armoede strafbaar stellen.”
Dat schrijft de UNAIDS, een onderdeel van de Verenigde Naties, op haar website.
In het voorwoord schrijft zij dat het strafrecht een van de zwaarste instrumenten is waarover de staat beschikt om controle over personen uit te oefenen: “Als zodanig zou het een laatste redmiddel moeten zijn, wanneer andere, minder beperkende middelen om legitieme belangen te verwezenlijken ontoereikend zijn. Wereldwijd vertonen staten echter een groeiende tendens tot overcriminalisering.“
De term ‘overcriminalisering’ is hier het kernwoord. Je zou denken dat in een tijd van steeds heftigere vormen van overheidscensuur van het vrije woord deze term inleiding is tot een verdediging van het grondrecht op vrije meningsuiting. Maar wie zoekt naar het onderwerp ‘censuur’ of vrijheid van meningsuiting in deze ‘ 8 maart-beginselen’ komt bedrogen uit.
De kern van het document gaat over “Toepassing op de strafbaarstelling van gedragingen in verband met seks, voortplanting, drugsgebruik, HIV, dakloosheid en armoede.”
In de nota schrijft UNAIDS:
“Consensueel seksueel gedrag (gedrag met consensus, red.), ongeacht het soort seksuele activiteit, het geslacht, de seksuele gerichtheid, de genderidentiteit of genderexpressie van de betrokkenen of hun huwelijkse staat, mag in geen geval strafbaar worden gesteld. Consensuele seksuele betrekkingen van hetzelfde geslacht, alsmede consensuele seksuele betrekkingen van verschillend geslacht, of consensuele seksuele betrekkingen met of tussen transpersonen, niet-binaire personen en andere personen van verschillend geslacht, of buiten het huwelijk – voor het huwelijk of buiten het huwelijk – mogen derhalve nooit strafbaar worden gesteld.
Zover aansluitend bij verworven seksuele vrijheid in veel landen. Anders wordt het in de volgende passage:
Met betrekking tot de handhaving van het strafrecht moet een voorgeschreven minimumleeftijd voor instemming met seks op niet-discriminerende wijze worden toegepast. De handhaving mag niet worden gekoppeld aan het geslacht van de deelnemers of aan de leeftijd van instemming met het huwelijk.
Bovendien kan seksueel gedrag waarbij personen onder de in eigen land voorgeschreven minimumleeftijd voor instemming met seks betrokken zijn, in feite, zo niet in rechte, instemmend zijn. In dit verband moet bij de handhaving van het strafrecht rekening worden gehouden met de rechten en capaciteiten van personen jonger dan 18 jaar om beslissingen te nemen over vrijwillig seksueel gedrag en hun recht om te worden gehoord in zaken die hen betreffen. Overeenkomstig hun zich ontwikkelende capaciteiten en geleidelijke autonomie moeten personen jonger dan 18 jaar deelnemen aan beslissingen die hen betreffen, met inachtneming van hun leeftijd, rijpheid en belangen, en met specifieke aandacht voor non-discriminatiegaranties. (accentuering, red.)“
Dit initiatief past in een langere trend van het normaal maken van sex met jonge(re) kinderen. De huidige golf van dragqueenvoorstellingen voor jonge schoolgaande kinderen als ook de bizarre uitzendingen van de NTR (schooltelevisie) waarin kinderen naar de piemels van (oudere) personen moeten kijken, onderstreept deze sexualiseringstrend van kinderen.
Al in 2007 werd bij het Openbaar Ministerie in Keulen een aanklacht ingediend tegen schrijfster Ina-Maria Philipps en het Duitse ministerie van Familie en Gezondheid “wegens het publiekelijk aansporen tot seksueel misbruik van kinderen.”
De indiener van de klacht: “Ik kreeg de brochure van kennissen en las hem – en was van mening dat het zo niet hoort“. Deze 64-jarige moeder van twee volwassen dochters maakt bezwaar tegen verschillende passages.
De toenmalige minister van Familie en Gezondheid, Ursala von der Leyen, trok toen de folder terug.