De Duitse staat tolereert geen tegenspraak. Dat werd onlangs weer duidelijk toen minister Nancy Faeser, minister van binnenlandse zaken, een verbod uitsprak voor het rechts-conservatieve magazine Compact. Politie viel afgelopen week het huis in Berlijn van de uitgever Jürgen Elsässer binnen en arresteerde hem. Naast een geprint medium met een oplage van 40.000 exemplaren had het medium ook een online videokanaal dat dagelijks een miljoen kijkers zou hebben getrokken.
Reden voor de sluiting van het blad en videokanaal is volgens de regering omdat er sprake zou zijn van een ‘gevaar voor de staat’. Volgens verantwoordelijk minister zou het medium ‘spreekbuis zijn voor de rechts-extremistische scene’. Ook zou het haat oproepen tegen joden en immigranten. De termen antisemitisch, racistisch, revisionistisch en complotten zijn de kernwoorden voor de motivatie voor deze extreme maatregel.
Faeser: “Het verbod laat zien dat we ook optreden tegen de intellectuele brandstichters die een klimaat van haat en geweld tegen vluchtelingen en migranten aanwakkeren en die onze democratische staat willen overwinnen.” En verder: “We zullen geen etnische definities toestaan van wie bij Duitsland hoort en wie niet.”
Jochen Bittner van de main stream krant Die Zeit schreef op X: “Bij alle minachting die men moet hebben voor de racistische #Compact onzin: De hoge drempels die de grondwet stelt aan een partijverbod spreken zich grondwettelijk eigenlijk tegen dat een minister een medium mag verbieden, of #JuraBubble?”
Journalist Sebastian Friedrich schreef: “Het verbaast me hoe blij velen ter linkerzijde zijn met het Compact-verbod. Ongeacht of je Junge Welt, Analyse und kritiek of Jungle World leest: Het feit dat de grenzen van normaliteit blijkbaar strakker worden getrokken, kan op de middellange tot lange termijn een boemerang blijken te zijn.”
In plaats van dat de minister of de groepen die het medium zou hebben beledigd naar de rechter stappen, wordt het medium direct verboden en de bankrekeningen geblokkeerd, een fenomeen dat we als eerste uit Canada vernamen bij de truckersprotesten tegen de verplichte Covid-inentingen.
Volgens Elsässer “kennen we dit gedrag uit de DDR of het Derde Rijk”. Geen enkel medium is nu meer veilig als het fundamentele kritiek uit op de regering.
In de Andere Krant van afgelopen weekend uit uitgever Sander Compagner zijn zorgen over deze actie van de Duitse regering. “Het is schrikken. We leven in de wetenschap dat er genoeg mensen zijn die ons ook het liefst zien verdwijnen en dat het overgrote deel van de Nederlanders zo’n verbod schouderophalend zou laten passeren.”
Lees ook het commentaar in de Berliner Zeitung.
Een commentaar
Het verbod van Compact komt niet uit de lucht vallen. Westerse overheden zien hun lang, vaak buiten parlementen om, afgesproken doelen te zake klimaat, anti-Rusland hetze, de oorlog tegen boeren en vissers, massa-immigratie, woke/inclusiviteit en energietransitie in gevaar komen.
Talrijke online en offline media bereiken gezamenlijk tientallen miljoenen kijkers, luisteraars en lezers. En dat beginnen regeringen te merken. Weinig van hun plannen lijkt richting succes te gaan en bij te dragen aan een betere samenleving. In tegendeel. We kunnen spreken van een doelgerichte sloop van industrie, milieu en een onderling verbonden samenleving.
Haat en verdeeldheid zaaien is wat de Westerse regeringen doen. Haat tegen Russen, Chinezen, en in eigen land ‘andersdenkenden’.
Het verbod en de harde aanpak zal wat wordt genoemd ‘extreemrechts’ verder voeden. De regering zal dan steeds verder moeten escaleren om de boel in de hand te houden. Als de maatschappelijke temperatuur stijgt, heeft het weghalen van de thermometer weinig zin: de temperatuur stijgt ongehinderd door.
Het groeiende deel van de bevolking dat door alle ‘extremistische’ overheidsmaatregelen zo in haar belang is geraakt of na de Covidjaren zo is getergd, verkleint een democratische uitweg uit deze maatschappelijke spanningen. We komen dan in een DDR-scenario terecht waarin, na lange aarzeling, grote mensenmassa’s de straat op gingen en de staatsveiligheidsdiensten ‘oppositionelen’ massaal oppakten.
Destijds had de DDR de staatsveiligheidsdienst in een politieke positie zitten. Erich Mielke was minister voor staatsveiligheid, en haar dienst de STASI. Ook in Nederland zit de staatsveiligheid nu in de politieke cockpit en kan ‘snel schakelen’ als het volk lastig wordt.
De uitkomst kan tweeërlei zijn: de regering grijpt naar een vorm van staat van beleg (eenvoudig gezien de omstandigheid dat Nederland ‘in oorlog is’) of de bevolking maakt door aanhoudende (vreedzame) protesten legitiem verder regeren onmogelijk waardoor de staat verder destabiliseert. De Westerse landen, Europa voorop, rijden recht op het stootblok af.
De daders hiervan zijn dan niet de getergde burgers, maar de incompetente en dolende staat zelf. Ook dat was de DDR in haar laatste fase, een naar binnen gekeerde regeringskliek die door haar misdragingen haar eigen staat aan het wankelen bracht.