Veel gemeenten willen ‘smart’ worden. Het gaat daarbij om het bereiken van zogenaamde ‘klimaatdoelen’ door te besparen op energie van straatverlichting en het uitbreiden van oplaadpunten voor stekkerauto’s. De gemeente Renkum wil alle bestaande lantaarnpalen vervangen door ‘slimme’ lantaarnpalen. EZAZ vroeg de gemeente naar de toepassingen in de ‘slimme’ lantaarnpalen.
Foto: Hotel De Bilderberg (van de Bilderberg Group) in Oosterbeek (EZAZ)
Toch camera’s of sensoren mogelijk
Op vragen van EZAZ heeft de gemeente aangegeven dat naast de door de gemeente voorgestelde functies van de ‘slimme’ lantaarnpalen zoals regeling van verlichting en oplaadpunt voor stekkerauto’s, ook andere toepassingen mogelijk zijn.
De gemeente schrijft: “De gemeente “verhuurt” een plek aan derde, zoals bijvoorbeeld de A0 reclame of de laadfunctie. Bedrijven kunnen dus een plek aan de lantaarnpaal huren voor gebruik als zij daar bijvoorbeeld een wifipunt, camera of andere sensoren op willen hangen. Al deze toepassingen worden eerst nog voorgelegd bij de gemeenteraad met ons advies, de gemeenteraad heeft dan ook de definitieve keuze. Het geld dat de huur opbrengt gaat naar de kosten voor het aanschaffen van de lantaarnpalen.”
Hiermee ontstaat een schimmig tussengebied tussen camera’s bedoeld voor het beveiligen eigen bezittingen (in en om het eigen huis) en door de gemeente op te hangen camera’s in de openbare ruimte. Dit voor doelen als toezicht op verkeer of speciale onveilige locaties. Beide toepassingen kennen een eigen regiem ten aanzien van de bescherming van de privacy van omstanders.
Verhuur is grijs gebied
Door gemeentelijke faciliteiten te verhuren aan derden ontstaat een geheel nieuwe situatie. Volgens de gemeente is de eigenaar van de in de lantaarnpaal te hangen camera of sensor zelf verantwoordelijk voor de omgang met de verzamelde data.
De gemeente stelt zelf geen data via de ‘slimme’ lantaarnpalen te verzamelen. Dat betekent dat zij ook niet van plan is om data-verzamelende toepassingen in of aan de lantaarnpalen te bevestigen. “De gemeente verzamelt geen data via de lantaarnpalen. De partijen die de lantaarnpaal huren zijn hier zelf verantwoordelijk voor, wel wordt er voor het advies naar de gemeenteraad bekeken of deze instantie deze toepassing mag doen. Bijvoorbeeld wordt er getoetst of de instantie wel beveiligingscamera’s mag plaatsen.”
De opstelling van de gemeente is dat de particulier die via aan de lantaarnpalen bevestigde camera’s, microfoons, sensoren of andere data-verzamelende toepassingen, zelf verantwoordelijk is voor wat er met de data gebeurt. Dat lijkt een wat gemakkelijke maar zeker ook laconieke houding ten aanzien van de bescherming van de privacy in de publieke ruimte.
Helder beleid is nodig waarbij het grondprincipe geldt dat apparatuur bevestigd aan bezittingen van de gemeente én staande in de publieke ruimte, uitsluitend een publieke functie mogen hebben. Hier moeten dan ook de strengste eisen gelden ten aanzien van de burgerlijke privacy. Een camera aan een paal op de openbare weg zal toch meestal ook een deel van die openbare weg bestrijken.
Wie zijn eigen huis of bedrijf wil observeren via beeldregistratie, zal dat via eigen bevestigingspunten en op eigen terrein moeten doen.
Het voorleggen van elke aanvraag aan de voltallige gemeenteraad kan daarvoor geen oplossing zijn.
Dat de gemeente de opbrengsten wil gebruiken voor de financiering van het enorme project, kan geen reden zijn publieke toepassingen en private te mengen.
Als de gemeente de bewoners werkelijk gerust wil stellen, zal zij in een specifiek beleid rondom de ‘slimme’ lantaarnpalen moeten aangeven dat er geen enkele, publieke noch privaat, dataverzamelende functie aan de palen zal worden gehangen of in een netwerk zal worden gekoppeld. Private toepassingen horen helemaal niet thuis in de publieke faciliteiten.
De kosten blijven onduidelijk
De gemeente geeft geen inzicht in de kosten van het hele project. Zoals in een eerder artikel aangegeven, wordt het voorgefinancierd met particulier geld, geld dat rendement moet opleveren. Welke voorwaarden worden aan deze financiering gesteld? En hoeveel belopen de kosten? Aangezien het toch uiteindelijk allemaal belastinggeld betreft, kan de gemeente niet geheimzinnig doen over de kosten die in de gemeentelijk begroting zullen moeten worden opgenomen.
Hierover zegt zij in beantwoording van de vragen van EZAZ: “Hierbij is dus ook een investeerder aangesloten, de planning is dit in 20 jaar tijd terug te verdienen en anders zal het restant via de Raad aangevuld moeten worden.”
De formulering lijkt te wijzen op een voor de gemeente risicodragende financiering: als de investering niet wordt terugverdiend (en gewenste rendement) moet de gemeente het restant aanvullen. Dat lijkt een probleem voor over 20 jaar, maar wel een om meer helderheid over te verkrijgen.
Zoals we als EZAZ ook bij de case ‘witte kasjes’ van Apeldoorn constateerden zijn gemeente veel te goede trouw, maar missen de kennis om de door de leveranciers en financiers aangedragen voorstellen werkelijk op hun merites te beoordelen. Ook de meeste gemeenteraadsleden missen die kennis. Een zo groot mogelijke transparantie en een meedenkend publiek, waaronder vaak deskundigen schuil gaan, kan een gemeente voor blunders behoeden.