Naar aanleiding van vragen van de partij van Sahra Wagenknecht BSW aan de senaat van Berlijn (is niet de Duitse regering) blijken de autoriteiten nog veel niet te weten of bewust in het vage te houden. Wel blijkt uit de gegeven antwoorden dat er geen reden was voor de gecreëerde paniekstemming.
Foto: Pixabay
Bedbezetting was laag
Twee leden van de partij BSW, de progessief-conservatieve partij van Sahra Wagenknecht, hebben 40 vragen gesteld aan de Berlijnse senaat. Berlijn is officieel een deelstaat waarvan de regering ‘senaat‘ wordt genoemd. De antwoorden van de senaat betreffen dus alleen de stad Berlijn.
Toch is uit de beantwoording van de vragen wel het een en ander op te maken. En de vraag is dan ook relevant in welke mate de Berlijnse situatie niet ook een indicatie kan zijn voor het beeld in heel Duitsland.
Volgens de vragenstellers BSW-parlementslid King en de gezondheidsexpert Albers was de daadwerkelijke bedbezetting in de Berlijnse ziekenhuizen in de ‘pandemische’ jaren 2020 tot 2022 was “de laagste sinds 1989 en was met een gemiddelde van 74 tot 75 procent ongeveer 10 procent lager dan in de jaren vóór de pandemie.” Dat schrijven zij in een bijdrage in de Berliner Zeitung.
Volgens beide was de dag met de hoogste bezettingsgraad van de Berlijnse ziekenhuisbedden door patiënten met een bewezen corona-uitslag 29 december 2020. Op die dag bezetten 1.773 patiënten bij wie het virus was vastgesteld, ongeacht hun onderliggende ziekte, 7,87 procent van de 22.523 volledig intramurale ziekenhuisbedden die volgens het Berlijnse ziekenhuisplan 2020 beschikbaar waren.
Het gebruikte peiljaar 1989 is niet toevallig. Het was het jaar van de val van de Berlijnse Muur. Van de tijd ervoor waren er geen Berlijn-brede cijfers over bedbezetting. Het is dan ook niet uitgesloten dat de bedbezetting in 2020 en 2021 ‘historisch laag’ kan zijn geweest.

Geknoei met percentage bedbezetting
De ruime IC-capaciteit in Duitse ziekenhuizen is alom bekend. Dat werd voor de regering in Berlijn een probleem omdat de ‘noodmaatregelen’ niet konden worden onderbouwd met overvolle IC-afdelingen. De meeste ziekenhuizen kwamen op het hoogste punt, eind 2020/begin 2021 niet boven de 75%. De toenmalige minister van gezondheid, Jens Spahn, bedacht een list en kwam met een regeling waarbij ziekenhuizen met een hogere bedbezetting dan 75% extra geld zouden ontvangen.
Dat lieten de ziekenhuizen zich geen twee maal zeggen en zochten naar mogelijkheden om dat percentage boven de 75% te krijgen. Meer Coronapatiënten erbij was niet mogelijk. Wel kon een deel van de vrije bedden administratief worden afgeboekt als IC-bed en ‘op de gang worden gezet’. En zo steeg vanaf november 2020, de maand waarin de regeling van kracht werd, plotseling in heel Duitsland het percentage bedbezetting.
Het vermoeden is ook dat sommige ziekenhuizen lichte coronagevallen toch op de IC lieten behandelen om zo boven de 75% IC-bedbezetting te komen en te blijven.
Ziekenhuizen hadden het geld hard nodig na de diverse bezuinigingsronden op de zorg, zoals ook in Nederland talrijke bedden vooraf aan 2020 zijn afgebouwd. Het is vermoedelijk onderdeel van de door het World Economic Forum gepromote digitalisering van de zorg waarbij de patiënt zo lang mogelijk thuis wordt behandeld.
Zelfs tijdens de coronaperiode sloot in Duitsland een aantal ziekenhuizen hun deuren.
Corona geen ‘killervirus’
Dat het Coronavirus, al dan niet uit een lab afkomstig, geen ‘killervirus’ was zoals de media en overheden de bevolking lieten weten, is nu algemeen bekend. Tijdens de griepperiode van 2017-2018 overleden 25.000 Duitsers, vermoedelijk door of met het toen heersende virus. Ook in Nederland stierven veel mensen, naar schatting 10.000. De Nederlandse Influenza Stichting sprak toen van “een ramp van ongekende omvang”.
Volgens het situatierapport van het Landesamtes für Gesundheit und Soziales zijn in de loop van de pandemie tot de uiterste datum 5 mei 2023 in Berlijn 5.742 mensen overleden met of aan Covid-19. Vanwege het onbekende aantal mensen dat in Berlijn daadwerkelijk besmet is geraakt met het virus, kan het sterftecijfer niet met zekerheid worden bepaald. Als het aantal sterfgevallen wordt afgezet tegen het aantal positieve testresultaten op 5 mei, is het percentage sterfgevallen 0,39 procent. Volgens de Senaat was het sterftecijfer voor de leeftijdsgroep van 0 tot 39 jaar 0,004 procent en 0,03 procent voor de leeftijdsgroep van 40 tot 49 jaar. 310 van de overledenen waren jonger dan 60 jaar.
Volgens onze eigen berekening is tot mei 2023 0,0015% van de Berlijnse bevolking met of aan het virus gestorven (5.742/3.600.000). Over een periode van drie jaar.