Veel mensen kijken naar China omdat het Westen vaak de technologie van overheidscontrole overneemt die in China al gebruikelijk is. “We gaan China achterna”, wordt dan vaak gesteld. Deels is dat ook zo, zoals het ‘sociaal creditsysteem’, meer deels ook niet. Veel zaken zijn in China zelfs veel beter geregeld dan in de Westerse wereld. Zo zit de bekende internetcensuur anders in elkaar dan wij denken. China zit op zoveel vlakken anders in elkaar dan de Westerse wereld, dat een diepgaande analyse noodzakelijk is om de verschillen te kunnen begrijpen.
Foto: Shanghai (Gerard van Ham)
Politieke situatie
Om China te begrijpen, is het nodig eerst de politieke situatie te doorzien. China kent een één-partij politiek, de CCP (Chinese Communistische Partij). Officieel is het land communistisch, maar heeft wel de beste democratie ter wereld omdat het anders in elkaar zit. De gekozen volksvertegenwoordigers vertegenwoordigen elke regio van China. Lobby en kapitaal van buitenaf in de verkiezingscampagne is verboden. Bovendien dient ieder congreslid gespecialiseerd te zijn op de portfolio die hij beheert. Dat maakt dat bijvoorbeeld een schoolmeester niet zomaar minister van volksgezondheid kan worden. Ook geen agenten van de CIA die zomaar minister-president worden, zoals dat bij ons wel gebeurt. Elk congreslid in de CCP heeft bovendien zeggenschap en controle met betrekking tot elk van de andere leden. Het is een waterdichte controle waardoor infiltratie onmogelijk is. Zo is een ‘kleurenrevolutie’ (is een revolutie door de CIA en Soros georganiseerd om elite agenten in de macht te zetten) in China onmogelijk.
Maar China is communistisch, wordt vaak gesteld. De definitie van communisme is hardnekkig verkeerd in de Westerse wereld. De juiste definitie hiervan werd uitvoerig omschreven in vele artikelen en boeken door o.a. drie grote schrijvers, Nikolaj Kondratieff, George Orwell en Hannah Arendt. We denken bij communisme meteen aan totalitaire regimes zoals het Marxisme, Maoïsme, Stalinisme, Noord Korea, het Cambodja van Pol Pot, enzovoorts. Toch kunnen totalitaire regimes ook in het kapitalisme voor komen. Totalitarisme heeft met geen enkel *isme iets te maken. Totalitarisme heeft alleen te maken met de mate van vrijheid voor de burgers, of, andersom gezegd, de totale controle van de staat, multinationals of andere instanties.
Wat multinationals in de macht kunnen aanrichten zagen we overduidelijk tijdens de zogenaamde coronapandemie. Medicijnenindustrie stond ver boven de politiek, zo bleek wel. Dit was duidelijk totalitair. Voor de wapenindustrie geldt exact hetzelfde. Die industrie leeft van oorlog en dus dicteren ze oorlog voor de politiek. Zoals Kondratieff in 1925 al vaststelde, economie en monetair beleid zijn in zowel het communisme als het kapitalisme exact hetzelfde. Anders gezegd, men werkt voor de staat of men werkt voor de kapitalisten. De kapitalisten in het Westerse model zijn vooral de miljardairs die we elite, oligarchen of Deep State noemen. Dit brengt ons weer terug bij China die de politieke macht van de (vooral Amerikaanse) multinationals buiten de deur moet houden.
Chinese internetcensuur
China heeft een grote MKB en grote particuliere bedrijven. Deze worden door de staat veel beter beschermt dan in het Westen en hebben daardoor een veel beter bestaansrecht. Alleen grote multinationals met monopolie posities worden niet toegestaan in China. Feodale multinationals (leenstelsel kapitalisme), zoals Google, YouTube, Facebook, Amazon, en meer wereldwijde Silicon Valley bedrijven, worden heel terecht niet toegelaten in China en dus gecensureerd. Deze bedrijven kunnen een absolute machtpositie creëren in de politiek omdat iedereen afhankelijk gemaakt wordt van deze multinationals. Denk daarbij aan o.a. cloud-systemen zoals webwinkels en opdrachten voor zoekmachines.
Voor elke klik via Google moet al betaald worden door de ondernemer. In het Westen komt een bedrijf niet eens meer op internet voor als men niet een groot deel van de omzet afdraagt aan deze Mega Tech bedrijven. Bij Amazon lopen de inkomsten voor clouddiensten al op tussen 30% tot zelfs 50% van de omzet van bedrijven die daar gebruik van moeten maken. Hetzelfde gebeurt bij o.a. booking.com voor hotels en restaurants waar men online moet reserveren of bestellen. Zonder te betalen aan Google of Amazon komt men als restaurant, hotel of webwinkel niet eens meer op internet voor. Dit ondermijnt de economie en uiteindelijk ook de politieke macht en de democratie en dus worden dit soort bedrijven in China niet toegestaan.
Er is een fundamenteel verschil tussen het communisme in China en het oligarchisch kapitalisme in het Westen: in het Westen controleert het kapitaal de staat; in China controleert de staat het kapitaal.
Huizenmarkt en economie
Wonen, voor zowel koop als huur, is voor elke burger in China toegankelijk en betaalbaar. Er wordt zoveel gebouwd dat het aanbod altijd groter blijft dan de vraag. Vandaar dat er zoveel leegstand is in China. Huur- en koopprijzen worden door de staat niet gereguleerd.
Men bouwt regelmatig een stad voor drie tot vijf miljoen inwoners binnen een paar jaar. Zulke stad staat dan helemaal leeg. Daarna bouwt men om die stad fabrieken en dan pas stroomt de stad vol. Dit soort economie is niet te vergelijken met het Westen.
2009 was het jaar waarop China het grootste deel van de wereldindustrie moest overnemen om het Westen uit de schuldencrisis te helpen. Hier komen we verderop op terug. De economie van China groeide sindsdien met meer dan 10% per jaar. Dit kwam vooral omdat het platteland leegstroomde naar de grote steden waar de industrie werd opgezet. In een land met 1.400 miljoen inwoners is het dus logisch dat China op dit moment de grootste economie ter wereld is. Met 1.400 miljoen inwoners is export niet eens meer belangrijk voor China. Er zijn daar autofabrikanten voor de binnenlandse markt die groter zijn dan de hele Duitse auto-industrie bij elkaar. Automerken waar wij in het Westen nog nooit van gehoord hebben. Maar wel multinationals die opgesplitst worden onder gezag van de staat, want China wil géén overheersende multinationals.
Bijna elke Chinees rijdt in een hagelnieuwe elektrische auto. Vooral grote auto’s met veel luxe die wij niet eens kennen. Als ze in de file staan, zitten ze op het reuzedashboard gewoon film te kijken. Vaak kun je een groot tv-scherm gewoon uit het dak laten schuiven voor de andere passagiers. Net als auto’s zijn ook alle scooters elektrisch. Benzine en diesel wordt daar bijna niet meer gebruikt. Opvallend is dat in het drukke verkeer bijna iedereen op telefoon zit te kijken, ook op de grote aantallen scooters in het verkeer. Ongelukken hiermee gebeuren er vrijwel niet. Scooters en fietsen die op straat staan, staan vaak niet eens op slot. Er wordt bijna niet gestolen in China. Criminaliteit is zo goed als nul.
Hoewel de bankpas de overhand heeft, kun je overal met cash geld betalen en dat wordt daar nog steeds veelvuldig gedaan.
Sociaal creditsysteem
Elke staat heeft een streven naar totale controle over alle burgers. Dit is al zo sinds de Romeinse tijd en sindsdien staat het hele geschiedenisboek er vol mee. Sinds de opkomst van de industriële revolutie (1850-1900) bestond het streven van elke machthebber naar totale controle over de bevolking met behulp van techniek. Totalitarisme is geboren uit de techniek. China maakt daarop geen uitzondering. Op elke kruising in heel China hangen minimaal één tot soms wel tien camera’s. Het systeem van de afgesloten poortjes zoals wij die hier op treinstations zien, kwam oorspronkelijk overgewaaid uit China. Zonder ID kaart kom je in China niet in het openbaar vervoer. In Europa inmiddels ook niet meer.
Maar China gaat hierin nog een forse stap verder die wij hier in het Westen nog niet zien. Nadat men door het poortje is, krijgt men nog uitgebreide tassencontrole, gezichtsscan, scanpoortjes, broekzakken leeg maken, handmatig aftasten. Nog enkele streepjes heftiger dan ze bij de douane op Schiphol doen. Een nagelschaartje en een aansteker zijn o.a. verboden in het openbaar vervoer. Dit geldt ook steeds vaker voor de metro in de stad. De ID pas voor toegang zit gekoppeld aan het sociaal creditsysteem, een soort strafpuntensysteem. Met te veel strafpunten kom je de trein of metro niet in. In de praktijk heeft niemand daar last van. De lat ligt bijna onbereikbaar hoog. Chinezen maken zich daar niet echt druk om, omdat ze al hun leven lang te maken hebben met een strafpuntensysteem. Het is ooit ingevoerd door Mao Zedong, dus nog ver voor het digitale tijdperk.
In die tijd kreeg men rode sterren die men boven de voordeur moest hangen. Een stoute burger verloor een ster en een brave burger kreeg er een ster bij. Men kon er maximaal vijf hebben. Mensen die voor de overheid werkten moesten vijf sterren bezitten. Te handhaven was dat systeem totaal niet. Maakt men per ongeluk een kind te veel in de één-kind politiek, dan verloor men een ster. Als men dan een nette excuusbrief stuurde, kreeg men de ster weer terug. Er was dus een levendige handel in standaard excuusbrieven. Met de huidige techniek is dat nu wel even anders. Wel iets waar de Chinezen zich terecht zorgen om maken. Maar China is bijna het enige land ter wereld waar democratie nog werkt, dus de overheid is wat terughoudend hierin. Net als bij ons wordt de totale controle met kleine stapjes opgevoerd. Zodoende valt het niet op. Wat dat betreft is er geen enkel verschil met de Westerse wereld want een sociaal creditsysteem komt er vroeg of laat bij ons ook.
Soms is een treinstation in China dubbel zo groot als heel Schiphol. Miljoenen mensen gaan daar per dag doorheen. Zulke enorme rijen wachtenden voor de controlepoortjes wat een niet-Chinees zich niet eens kan voorstellen. Soms, als de rij wachtenden de kruispunten op straat gaan blokkeren, gaan de controlepunten open en mag men zomaar het station oplopen. Het controleren van al die scans en camerabeelden is ook voor de Chinezen een taak die ze nog niet aan kunnen. Hebben we het nog niet eens over de controle over de miljarden camera’s op straat. Volgens een insider is al die controle een grote chaos en men wacht op betere technieken zoals AI (kunstmatige intelligentie), algoritmes, grotere databases en snellere computers en internet. Voordat het zover is, is er nog enige vrijheid voor de bevolking. Maar dat is slechts een kwestie van tijd en dat geldt ook voor ons ‘vrije’ Westerlingen. Werkloosheid bestaat in China nauwelijks, de ene helft werkt in de industrie en de andere helft werkt in de controle.
China en het conflict met de Verenigde Staten
Tot slot is er nog een laatste en tevens belangrijkste punt wat erg veel invloed heeft over de politieke situatie en de economie in China op dit moment.
Officieel gaat het conflict en oorlogsdreiging tussen China en de VS over Taiwan, maar in werkelijkheid speelt er iets heel anders. China is dankzij hun politieke systeem onbereikbaar voor de oligarchen in het Westen. Grote feodale bedrijven zoals Google, Amazon en andere multinationals krijgen geen voet aan de grond in China en daardoor kan men geen macht verkrijgen die nodig is voor de één wereldregering, de imperialistische ‘New World Order’. Hierop hebben de oligarchen zich zwaar verkeken.
China werd na de schuldencrisis van 2008 gebruikt om de VS van staatsleningen te voorzien. Dit heeft te maken met het bewust opzetten van een scheve handelsbalans voor China. De VS en hun vazallen in Europa verplaatsten hun industrie naar China. Dat betekent dat er teveel industriële producten komen uit China en teveel US dollars erin. Het overschot aan USD kan China alleen kwijt aan staatsleningen van de VS. Zo kreeg de USD een nieuw leven na de bijna USD ondergang tijdens de 2008 schuldencrisis. De VS heeft inmiddels een staatsschuld opgebouwd van 35.000 miljard(!) USD. Een groot deel ervan is nu in handen van China en het resterende deel in handen van de centrale bank, de FED. Denk alleen al aan de rentelast hierop.
Dit geld stroomt ook van die kant China binnen in overvloed. Zolang de Chinezen met hun overschotten aan USD vrolijk blijven financieren in deze VS staatsschulden, is er niets aan de hand. De rentelast drukt de FED wel bij en de inflatie vreet die vervolgens weer op. Maar de Chinezen dumpen deze schulden steeds meer op de obligatiemarkt en kopen van het overschot aan geld fabrieken en vastgoed over heel de wereld, inclusief Europa en Afrika.
Zodoende namen de Chinezen heel geleidelijk een groot deel van de wereldeconomie over. En daarmee natuurlijk ook een deel van de politieke macht in de wereld ten koste van de VS. De oligarchen hebben de macht niet terug weten te grijpen via hun multinationals, vooral omdat China op tijd hun eigen multinationals en internetbedrijven heeft opgezet. Hun hele economie is hiermee totaal onafhankelijk van het Westen geworden. Ook wat grondstoffen betreft is China voor een groot deel zelfvoorzienend. Bovendien is China leidend in het economisch blok, de BRICS die afstand wil doen van de USD als reservevaluta. Zodoende kan het bijna niet anders dan oorlog worden tussen het Westen en China. Het voortbestaan van de totale VS staat op het spel. De oplossing voor de crisis 2008 van de VS staatsschulden en de USD loopt ten einde.
Al met al is China een eiland in de wereld. Alles is anders dan waar ook ter wereld. Het enige waar elke machthebber naar streeft is totale controle over alle burgers, en dus zien we dat in China ook. Net zoals we dat ook bij ons in het Westen zien. Toch heeft China met hun vooruitgang in de wereld vooralsnog geen behoefte aan imperialistisch gedachtengoed. Hun land is meer dan groot genoeg. Bovendien hebben ze hun handen al vol genoeg om hun eigen problemen op te lossen. Imperialisme is iets wat we wél kennen van de VS, of beter, de machthebbers achter de VS met hun New World Order streven. Dit is een streven wat ze niet gaat lukken in China.
Over Gerard van Ham
Als onderzoeker heeft China mij altijd erg aangetrokken omdat dit zo’n afwijkend en interessant land is. Een land met een heel bijzondere geschiedenis vooral. Ik ben daar nu vier weken op vakantie geweest om het land in eigen ervaring te beleven. In die tijd heb ik acht steden bezocht en mijn kennis verrijkt met de vele gesprekken met de lokale bevolking.