Als belangrijk onderdeel van de Great Reset wordt de introductie van digitaal geld van de centrale banken genoemd, de CBDC (Central Bank Digital Currency). Inmiddels werken zo’n 100 landen, waaronder de landen van de EU, aan de ontwikkeling van de digitale ‘munt’, maar belangrijker aan een geldsysteem in handen van de centrale banken. Hoe staat het er mee?
Dit artikel is eerder gepubliceerd op 18 april 2022.
Waarom geld van de centrale banken?
De president van de Europese Centrale Bank Christine Lagarde zag in 2020 een “historisch moment” aankomen: de komst van een ‘digitale euro’. In een toespraak in september 2020 sprak ECB-president Lagarde op een congres van de Deutsche Bank: “In het digitale tijdperk stelt innovatie op het gebied van betalingen ons in staat gemakkelijker, sneller en goedkoper met elkaar om te gaan. Maar deze innovatie komt ook in nieuwe vormen – op basis van particuliere betalingssystemen of met gebruikmaking van digitale valuta – die nieuwe risico’s met zich meebrengen en belangrijke soevereiniteitskwesties opwerpen.”
De ECB schreef in 2020 beleidsnotitie. Als doelstelling van het project stelt de notitie: “om ervoor te zorgen dat consumenten onbelemmerd toegang blijven hebben tot centralebankgeld op een manier die voldoet aan hun behoeften in het digitale tijdperk, heeft de Raad van bestuur van de ECB besloten om te werken aan de mogelijke uitgifte van een digitale euro – een elektronische vorm van centralebankgeld die toegankelijk is voor alle burgers en bedrijven. Een digitale euro zal naast contant geld worden ingevoerd, maar zal deze niet vervangen.”
De essentie is dus niet dat het digitaal is. De kern is dat het geld direct door de Europese Centrale Bank aan de burger beschikbaar wordt gesteld. Daarbij maakt de ECB er geen geheim van dat met een robuust betaalmiddel rechtstreeks van de Centrale Bank, ook de Europese integratie verder wordt versterkt en daarmee haar eigen positie in een tijdperk waarin sommige landen met steeds meer reserves naar een verdere integratie van de Europese landen kijken.
Alle woorden ten spijt dat het CBDC-project ten bate van de burgers wordt opgezet, het is vooral onderdeel van een machtsstrijd tussen de economische blokken VS, EU en China, of moeten we al spreken van China/Rusland? Het Chinese geld begint steeds verder buiten de landsgrenzen te worden gebruikt.
Zo leende EU-kandidaat-lidstaat Montenegro in 2014 maar liefst 1 miljard dollar van Peking om een onrealistisch bouwproject te volbrengen. Wanneer Montenegro de lening niet meer kon terugbetalen, klopte het land wanhopig aan bij Brussel. De EU weigerde Montenegro te helpen, aldus Business AM. Maar ook binnen de Unie zelf begint het Chinese geld dieper door te dringen, zelfs tot in de zakken van onze politici. Zo waarschuwde de Europese Rekenkamer er in september nog voor dat zeker 15 lidstaten van de EU in het “Belt & Road”-project van de Chinezen waren gestapt, het grootste en meest ambitieuze bouwproject ter wereld dat sommige Afrikaanse landen op de knieën dwingt met “debt traps”.
Hoe digitaal is ‘digitaal’?
Door de nadruk te leggen op ‘digitaal’ is een veelgehoorde opmerking dat we toch al lang een digitale euro hebben. Wat is dan anders aan deze door de ECB voorgestelde ‘digitale euro’?
Het voorstel van de ECB behelst zeker een digitaal betaalmiddel. De term ‘digitale euro’ is dus juist, maar niet volledig. Het gaat ook, en vooral, om een betaalmiddel uitgeven door en onder controle van de Europese Centrale Bank. Hoewel niet met zoveel woorden genoemd, zal een van de doelen zijn om de ongebreidelde geldschepping door de particuliere banken af te stoppen. Na decennia van liberalisering van de financiële markten is er een oneindige schuldenberg ontstaan, het leek niet op te kunnen. Het resultaat is een sterk instabiel financieel stelsel dat het afgelopen decennium minimaal twee maal voor een ‘meltdown’ heeft gestaan.
Lagarde ziet al jaren een trend naar digitaal betalen. Ze steekt niet onder stoelen of banken dat Covid deze digitalisering sterk heeft versneld: “De pandemie van het coronavirus (COVID-19) heeft deze tendens naar digitalisering versneld. De elektronische handel, die de afgelopen jaren gestaag is gegroeid, is tussen februari en juni 2020 met bijna een vijfde in volume toegenomen, terwijl de verkoop in de winkel is gedaald.”
De opkomst van alternatieve betalingsproviders, vaak niet in Europese handen, is een andere reden. Zo groeit het Amerikaanse Paypal als intermediair in het Europese betalingsverkeer. Deze ontwikkeling is volgens de bank een bedreiging voor de Europese financiële, economische en politieke stabiliteit.
Zonder een eigen Europees betaalsysteem kan de EU geen eigen beleid voeren en bepalen buitenlandse partijen de voorwaarden voor het gebruik van ‘hun geld’ en daarmee de bestedingen van Europese burgers. Ook de data van de gebruikers en al hun transacties vallen dan in veel gevallen buiten Europese jurisdictie.
De bank verhult niet dat er ook een ‘hoge politiek-strategisch’ doel wordt beoogd: Als Europa (bedoeld wordt natuurlijk de EU) relevant wil blijven in de wereld, zal zij ook een mondiaal gerespecteerd betaalmiddel moeten hebben.
Tot slot is de spectaculaire groei van crypto-valuta voor de Centrale Banken een rode vlag. Volkomen buiten controle van welke autoriteit dan ook, is het geschikt voor activiteiten die de overheden graag zouden willen bestrijden, zoals het onderbrengen van zwart geld en betalingen in het criminele milieu. In de strijd tegen de crypto-valuata stelt de ECB de grote ecologische footprint van het crypto-stelsel dat niet zonder stroomvretende computercentra kan. Een van de ontwerpvariabelen van de digitale euro is een minimale ecologische footprint.
META (Facebook) wil opnieuw eigen betaalmiddel
Opnieuw doet META (houder van Facebook) een poging tot de introductie van een online betaalmiddel. De eerdere poging voor een cryptocurrency genaamd Libra (later Diem genoemd) strandde op een combinatie van verstikkende regelgeving en wantrouwen van gebruikers. Stephane Kasriel, het hoofd van de financiële afdeling van Meta, schreef in een memo van januari dat het bedrijf werkte aan “versnelde” investeringen in het faciliteren van betalingen binnen zijn versleutelde messenger-dochters WhatsApp en Messenger: “het helpen van makers om hun activiteit te gelde te maken” via NFT’s en andere middelen, en mogelijk het samenvoegen van Facebook Pay met Novi. Novi is een andere wallet-app die aanvankelijk was ontwikkeld om Meta’s Libra/Diem-munt te bewaren voordat dat project instortte.
De inspanningen om Meta’s blockchain wallet weer aan elkaar te hechten moeten leiden tot een one-stop shop voor “betalingen, identiteit en beheer van digitale activa binnen de familie van apps en na verloop van tijd naar andere apps/sites,” onthult de memo. Hiermee wordt gehint naar een model vergelijkbaar met het project ‘Known Traveler Digital Identity‘ van het World Economic Forum. Dit WEF-project is zelf al onderwerp van koortsachtige speculatie met betrekking tot centrale bank digitale valuta, digitale ID-systemen, gezondheidspaspoorten, en andere dystopisch klinkende structuren.
Is digitale euro einde van contant geld?
De eerste vraag die wordt gesteld als het onderwerp digitale euro ter sprake komt is of het contante geld door dit initiatief definitief aan haar einde komt. Anderen vragen zich af of hier niet een greep naar de centrale Europese macht wordt ondernomen en een onverzadigbare datahonger bij deze machtige financiële instelling wordt gestild.
Na het uitgebreid bestuderen van de beleidsnotities van de ECB lijkt het nog te vroeg om het project digitale euro als ultieme greep naar de macht en naar onze data te bestempelen.
Als we door de bedoelingen van de ECB lezen komen we zeker momenten tegen die het gevaar van machtsconcentratie en het centraal verzamelen van data van alle Europese betalingstransacties in zich dragen. Er staat echter ook genoeg in de nota dat een ander, minder dystopisch, beeld schetst.
In de beleidsnotitie over de digitale euro schrijft de ECB op verschillende plekken dat dit betaalmiddel niet de intentie heeft om het contact geld te vervangen. Zij stelt zelfs:
‘Contant geld blijft het dominante betaalmiddel in de eurozone als geheel, maar het gebruik ervan neemt in sommige landen af, en voorkeuren kunnen snel en onverwacht veranderen. Zo heeft de COVID-19-crisis geleid tot een verschuiving in de betalingsgewoonten in de richting van contactloze betalingen en e-handel. Ten tweede maken jonge Europeanen volgens recente enquêtes van de ECB veel gebruik van contant geld, maar hebben zij een voorkeur voor elektronische betalingen en verwachten zij dat de bijbehorende infrastructuur veiligheid en snelheid garandeert.‘
Belangrijk argument voor de ECB om contact geld niet actief af te schaffen of te vervangen is de ‘robuustheid’ van contact geld. Een pan-Europese financiële infrastructuur is zeer kwetsbaar voor cyberaanvallen die grote delen van het Europese betalingsverkeer kunnen platleggen, aldus de beleidsmakers van de ECB. Contact geld kan een dergelijke tijdelijke uitval overbruggen. Bovendien stelt de bank dat cash geen bezit van een apparaat vergt, noch een internetverbinding en dus overal in Europa kan worden gebruikt. Dat toch het gebruik van contant geld afneemt, is dus geen gevolg van door de ECB gewenst beleid. Overigens kan een afname van het gebruik van cash wel de infrastructuur nodig om over heel Europa munten en bankbiljetten beschikbaar te stellen, onder een bepaald niveau van gebruik onrendabel maken en daarmee het opnemen van contact geld verkleinen.
Zweden heeft al centrale bankgeld
Volgens een enquête van januari 2020 onderzoekt meer dan 80% van de centrale banken in de wereld de mogelijkheid om hun eigen digitale valuta uit te geven. China en Zweden worden gezien als de landen die het verst op dit spoor zitten. Opmerkelijk is echter dat sommige landen hun bezorgdheid hebben geuit over invoering van CBDC’s, omdat zij van mening zijn dat de extra voordelen van CBDC momenteel wellicht gering zijn en niet opwegen tegen de risico’s, met name met betrekking tot de financiële stabiliteit.
De Zweedse belangstelling voor een e-Krona is opmerkelijk omdat Zweden een EU-lidstaat is en derhalve valt onder het recht van vrij kapitaalverkeer in de EU. Indien een e-Krona wordt ingevoerd, zouden alle EU-burgers toegang kunnen krijgen tot de digitale munt. In Zweden worden de meeste transacties al betaald met digitaal geld en niet met contant geld, zodat de algemene acceptatiegraad bij de bevolking hoger ligt. Veel restaurants en winkels accepteren geen contant geld meer als betaalmiddel.
[bron, PDF]
Alle data bij de ECB?
Veel aandacht besteedt de ECB-nota aan privacy. Hierbij noemt zij weer contant geld als middel dat nog een nuttige functie vervult: privacy. In haar nota pleit zij er daarom voor, voor zolang de consument het wil gebruiken, om het contant geld niet te ontmoedigen. Voor een ‘digitale’ euro, we komen zo op de eigenschappen hiervan, is vertrouwen van essentieel belang om 500 miljoen burgers te overtuigen dat deze euro een waardevol nieuw betaalmiddel is. Het afnemende gebruik van contant geld ziet de bank als een gevaar voor een ‘robuust’ Europees betalingsverkeer. Accepterende dat het gebruik toch afneemt wil zij de digitale euro ook zo ontwerpen dat zij zoveel mogelijk eigenschappen van cash evenaart.
De ECB:
‘Om de belangrijkste onderscheidende kenmerken van contant geld te evenaren, moet een digitale euro die een daling van de acceptatie van contant geld moet tegengaan, offline-betalingen mogelijk maken. Bovendien moet een digitale euro gemakkelijk te gebruiken zijn door kwetsbare groepen, gratis zijn voor basisgebruik door betalers en de privacy beschermen.’
De bank memoreert de aanvankelijke zorgen over het ‘besmettelijk’ zijn van contant geld. In veel commentaren geduid als een slimme strategie om versneld van het contante geld af te komen. De bank ziet dat effect ook, maar schrijft: ‘Consumenten kunnen contant geld zelfs als een infectiedrager beschouwen, ondanks het feit dat er geen bewijs is voor specifieke infectierisico’s in verband met het gebruik van bankbiljetten.‘
De huidige regelgeving voor digitale betaalmiddelen verbieden anonimiteit, dat daarmee een serieus struikelblok vormt om een digitaal alternatief voor cash te ontwerpen. Volstrekte anonimiteit is voor de ECB ook niet gewenst, dit om misbruik te voorkomen, bijvoorbeeld voor financiering van criminele activiteiten of gebruik buiten de EU. Daarom zoekt zij naar alternatieven zoals het offline een saldo kunnen downloaden op een smartphone. Daarmee kan zonder registratie van transactiedata en gebruik van internet betalingen worden gedaan. Om misbruik te beperken denkt de bank wel aan een maximering van het te downloaden van een offline saldo.
De ECB: ‘Een meer dynamische oplossing zou ook het gebruik van virtuele kaarten kunnen zijn, waarbij tijdelijke virtuele kaartgegevens worden gegenereerd die kunnen worden gebruikt voor online kaartbetalingen, met extra kenmerken zoals een kortere vervaldatum en bestedingslimieten.’
Wie voert de digitale euro uit?
Wie gaat deze digitale euro uitvoeren? Daarover is de ECB vrij uitvoerig in haar beschouwingen en opties. Basaal zijn er twee opties: de ECB voert deze volledig in eigen beheer uit of zij laat dat zogenaamde intermediairs doen, banken of ‘fintech’ aanbieders, partijen die via financiële apps betaaldiensten aanbieden.
Dat lijkt een overzichtelijk veld aan keuzes, maar bij nadere bestudering is hier een breed spectrum aan keuzes die tussen beide opties in liggen. Het voert in dit artikel te ver om al van deze ontwerpopties te bespreken.
Een paar zaken springen er uit. De ECB wil geen oneerlijke concurrentie voor de huidige banken zijn door die uit te schakelen als zij burgers een rechtstreekse bankrekening bij de ECB gaat aanbieden. Daarnaast ziet zij gevaren voor het vertrouwen in de digitale euro, omdat bij een gecentraliseerde uitvoering alle gegevens bij de ECB komen te liggen. En met het geschonden vertrouwen in overheidsgerelateerde organisaties is dat niet direct de meest aantrekkelijke optie. Ook ontbreekt momenteel de technische infrastructuur om de betalingen van 500 miljoen burgers in real time te verwerken. En wat te denken als deze centrale infrastructuur door een hack wordt lamgelegd?
Het spreekt voor zich dat de sturingsmogelijkheden voor monetair beleid bij deze optie wel het grootst zijn.
De andere optie is om de burger een rekening laten te openen bij een intermediair, een bank of fintech-aanbieder, die gekoppeld is aan een ECB-rekeningnummer. Daarbij blijven de gegevens bij de intermediair, maar stelt de ECB zich garant voor de aanspraken op het uitstaande rekeningsaldo. Tussen deze twee uitersten zitten talrijke varianten waarbij kosten, veiligheid, robuustheid, rentevergoedingen een paar van de sub-ontwerpfactoren zijn.
De Franse, Duitse of de Nederlandse school
Versterking van de Europese soevereiniteit kan een verzwakking zijn voor de nationale. Hier onderscheidt zich van oudsher de ‘Duitse school’, die grote waarde hecht om eigen baas te blijven over hun financiële stelsel en de ‘Franse school’ die de Duitse financiële dominantie via een centrale valuta in toom wil houden. Nederland staat op dit punt meestal dicht bij Duitsland, de meeste Zuid-Europese landen schuiven dicht tegen Frankrijk aan.
Maar terwijl Nederland staat te trappelen om te experimenteren met een CBDC, aarzelt Duitsland en zitten de twee landen dit keer niet op een lijn.
De invoering van de Europese CBDC is verre van een gelopen race. De Deutsche Bank waarschuwde onlangs:
‘CBDC could lead to the controls on individuals’ spending for political as well as criminal reasons. They could also become an external as well as internal political tool – either at times of specific tensions (e.g. around trade) of for longer-term development purposes. Adoption of CBDC in key bilateral trading relationships could erode the dollar’s primacy in the global financial market.’ [bron, PDF]
Vol voor de digitale euro?
De hier beschreven beleidsintenties van de ECB geven een consciëntieus beeld van de afwegingen die de bank maakt bij het ontwerp.
Zijn er dan geen zorgen over de invoering van een CBDC? Die zijn er wel degelijk. De brede set aan overwegingen levert een even groot aantal ontwerpopties. En daarover worden politieke besluiten genomen die wel degelijk het ontwerp de verkeerde kant op kunnen sturen.
Een aantal risico’s:
- De CBDC wordt door de politiek aangegrepen om de burgers via hun transactiedata 24/7 te volgen;
- De CBDC wordt gebruikt om monetaire politiek te bedrijven: bijvoorbeeld beschikbaarheid of kosten of rente te verbinden aan bepaalde doelen als klimaat, inclusiviteit, gezond eten etc.
- Volgens een oproep van de IMF, het International Monetary Fund, zou het social credit score gekoppeld moeten worden aan iemands persoonlijk zoekhistorie op internet.
- De beschikbaarheid van de digitale euro koppelen aan een social creditsysteem (zie China) om gewenst gedrag af te dwingen. De overheden laten tijdens de Coronacrisis zien bij het afdwingen van omstreden gedrag geen middel te schuwen en amper (grond-) wettelijke, ethische en humanitaire grenzen te respecteren.
- Via de CBDC economische politiek te bedrijven door bepaalde delen van het banksaldo voorwaardelijk of tijdelijk te maken: ‘binnen 14 dagen te besteden, anders vervalt dat deel van het saldo’.
De ECB heeft dus nog wat te doen. En zeker met de wispelturige en in dit Coronatijdperk op macht uit zijnde politiek op de achtergrond, kan de discussie over de invoering nog een hele kluif worden.
Gaat het naar het Chinese model?
Sinds voorjaar 2020 experimenteren de Chinezen met hun eigen CBDC. De steden Shenzhen, Suzhou, Chengdu en Xiongan zijn voor de proef geselecteerd.
Het Chinese programma voor soevereine digitale valuta heet officieel Digital Currency Electronic Payment (DCEP). Het plan is niet om een nieuwe munteenheid te creëren, maar om een deel van de biljetten en munten in omloop te vervangen door een digitale versie van de yuan. De munt zal worden uitgegeven en gesteund door de centrale bank van China. Het digitale geld zal worden opgeslagen in de digitale portemonnee op de smartphone van de gebruiker en dezelfde waarde hebben als de yuan. Of het systeem aan het Chinese social credit systeem zal worden gekoppeld is niet bekend. Gezien de overheidscultuur is dat niet ondenkbaar. In elk geval kan het systeem ook voorwaardelijk saldo beschikbaar stellen.
De gewenste crisis
Wat opvalt aan de belangrijke spelers in deze ‘pandemie’ is de bijna blijdschap over de nu al zichtbare veranderingen in ons gedrag: we werken meer thuis, shoppen meer dan ooit online en houden via online video contact met het ziekenhuis. De voorspelling van deze spelers is dat de ziekenhuizen ook deels zullen verdwijnen. De Coronacrisis helpt een handje daarbij.
In onderstaande video is de president van de Europese Centrale Bank aan het woord over de gevolgen van de huidige Corona-crisis. Christine Lagarde spreekt over al deze veranderingen op een manier die verraadt dat zij niet verrast is door de gevolgen van de Coronacrisis. Ze klinkt soms triomfantelijk, alsof bepaalde vooropgezette doelen zijn gehaald. Trots leest zij de indrukwekkende cijfers voor van de bruto ombouw van een inter-humane naar een digitale-distantie maatschappij.
Uiteraard ontbreekt in dit gesprek haar streven naar een ‘digitale euro’ niet.
Business AM: “Het wordt nog zeker 5 jaar wachten tot de digitale euro beschikbaar zal zijn. Na de 24 maanden proeflopen, moet het finale ontwerp nog geratificeerd worden. Daarna krijgt de ECB nog eens 3 jaar de tijd om de munt in te voeren. We zullen dus nog zeker 2 jaar moeten wachten tot we ooit een digitale munt kunnen gebruiken.“
We moeten nog even geduld hebben. Maar in 5 jaar tijd kan veel veranderen, veel dat de plannenmakerij van allerlei illustere clubs danig kan verstoren.
De hoge dynamiek van de ontwikkelingen is nu zo groot dat in de komende 5 jaar net zoveel kan veranderen als in de achterliggende 25 jaar.
CBDC onderdeel Great Reset?
Veel vrije media zien de ontwikkeling van de CBDC’s als een kernstuk van het WEF-plannen van de ‘Great Reset’. Het omgekeerde kan echter ook waar zijn: de noodzakelijke herziening van ons geldstelsel werd aanleiding om nog een aantal andere doelen aan deze transitie te koppelen. Als de rivier eenmaal stroomt, is het goed om zoveel mogelijk boten te water te laten. De Coronacrisis, dat niet zozeer een gezondheidscrisis was, maar een van bewust destructiemanagement om die andere doelen als de concentratie overheidsmacht, een sterke versnelling digitalisering en de transhumanistische waanideeën dichterbij te brengen. Een sponsor van deze mediale angstpropagandagolf werd met alle graagte door de farmacie gefinancierd. Met een opbrengst van $250 miljard aan verkochte matige werkende en niet ongevaarlijke injecties, kon dat er makkelijk af.