Het tij voor uitbouw van weersafhankelijke ‘duurzame’ energieopwekking lijkt te verlopen. Investeerders aarzelen bij nieuwe projecten en de snelle technologische ontwikkelingen zoals kunstmatige intelligentie gaan een historische hoeveelheid energie vergen die niet door de onregelmatige wind en zon kunnen worden geleverd. De overheid wil de afnemende belangstelling voor zijn en versnelling in de uitbouw van deze vorm van energieopwekking.
Photo by Andreas Gücklhorn on Unsplash
Gezien de toenemende terughoudendheid van investeerders en weerstand bij veel burgers verrast het dan ook niet dat de overheid haast maakt om nog zoveel mogelijk windparken en zonnevelden te realiseren. Het verzet ertegen neemt toe omdat door het steeds verder verdichten van de bebouwing ten gevolge van de bevolkingsgroei, de industriële installaties steeds dichter op de woningen komen te staan. Inspraakrondes, protesten en bestaande regelgeving vertragen de ontwikkelingen van de uitbouw van weersafhankelijke energie.
Het is hierom dat de overheid versnelling aanbrengt en gemeenten en provincies de mogelijkheid biedt om een aantal remmende regelingen opzij te zetten.
RED III (Renewable Energy Directive III) is de Europese richtlijn die lidstaten verplicht om gebieden aan te wijzen voor de versnelde uitrol van hernieuwbare energie en de daarbij behorende infrastructuur.
Dit schrijft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dankzij nieuwe regels kunnen de vergunningsprocedures voor hernieuwbare energieprojecten versnellen. In Nederland worden versnellingsgebieden in kaart gebracht via een inventarisatie van rijks-, provinciale- en gemeentelijke initiatieven.
Een belangrijk onderdeel van RED III richt zich op het versnellen van procedures rond natuur- en milieuvergunningen. Voor Nederland houdt dit in dat gebieden worden aangewezen die versneld ingezet kunnen worden voor de opwekking van hernieuwbare energie en de bouw van de benodigde infrastructuur.
De Rijksdienst schrijft verder: “In deze gebieden kunnen vergunningen sneller worden verleend omdat de milieueffecten op gebiedsniveau al zijn onderzocht. In plaats van een uitgebreide Project-MER op projectniveau door de ontwikkelaar, volstaat een snelle screening door het bevoegd gezag van 45 dagen, mits er vooraf een uitgebreide PlanMER en passende beoordeling op gebiedsniveau zijn uitgevoerd.”
Voor zon-, wind-, en infrastructuurprojecten wordt het onder voorwaarden mogelijk om financiële compensatie toe te passen voor de bescherming van gebieden en soorten waar dit voorheen niet kon. Hiervoor moeten wel eerst een uitgebreidere PlanMER en eventueel een passende beoordeling en soortenbeschermingstoets per gebied worden uitgevoerd.
Gemeenten en provincies konden tot 1 november 2024 gebieden aandragen die mogelijk geschikt zijn als ‘versnellingsgebied’. Het vrijblijvend aandragen van gebieden biedt de kans om projecten in de regio vroegtijdig in beeld te brengen en toekomstige versnellingsopties te verkennen.
Er zijn geen verplichtingen aan verbonden. Ook na aanwijzing is het dus niet verplicht om gebruik te maken van de instrumenten die RED III biedt en kunnen de huidige procedures nog steeds gebruikt worden. Er gelden in de versnellingsgebieden wel kortere maximale termijnen voor de vergunningsprocedures.
Burgers die bezwaren hebben tegen deze optie van hun gemeente of provincie, kunnen hiertegen door inspraak in verweer komen.
Belangstellenden konden in een internetconsultatie feedback geven op de herziene EU-richtlijn. Hiervoor gold 20 maart jl. als deadline voor inzending.
