Ouders met jonge kinderen mijden wandelingen in grotere bosgebieden. Schapenhouders weten niet hoe hoog de hekken rondom hun kudde moeten zijn om hun dieren tegen aanvallen te beschermen. Maar ook de grote Calloway-runderen worden inmiddels door wolven te grazen genomen. Wanneer is het genoeg met de eco-romantiek?
Afbeelding AI-Generated
Na 150 jaar weer terug
Het gaat goed met de wolf. De wolf wordt in steeds meer gebieden gesignaleerd. Soms zelfs in een aan een bosrand gelegen buitenwijk van een dorp of stad. Voorstanders van de herintroductie van de wolf zien dat met grote instemming.
“Na 150 jaar loopt er weer een groot roofdier rond. Dat zijn we niet gewend. Mensen hebben veel vragen over de wolf. Hoe komt de wolf hier? Hoeveel wolven leven er in ons land en waar zitten ze? Moeten we bang zijn voor de wolf? Kan ik nog wel veilig met mijn hond en mijn kinderen in het bos wandelen?”
Zo begint de website wolven in Nederland met een ‘debunkingscampagne’ om alle zorg bij de burgers weg te nemen.
In een semi-wetenschappelijke opsomming van gedragingen van de wolf tot de mens wordt een begrippenkader uitgelegd: ‘close-encounter’, ‘voedselconditionering’ of ‘habituatie’. Ook het begrip ‘brutale wolf’ krijgt uitleg: “Een brutale wolf (Eng: bold wolf) is een wolf die vrijwillig en herhaaldelijk als mens herkenbare personen tolereert binnen 30 m of herhaaldelijk mensen tot <30 m benadert. Dit kan gevaarlijk worden voor mensen indien het escaleert.”
Het is duidelijk dat menig wandelaar al een ‘close encounter’ heeft meegemaakt, dat is een wolf waarnemen binnen 30 meter afstand. Dat is dan ook meteen een ‘brutale wolf’.
Het is een begrippenkader dat niet de mens, maar het wilde dier als uitgangspunt neemt. Met het begrip ‘brutale wolf’ wordt gesuggereerd dat de overige wolven niet ‘brutaal’ (kunnen) zijn. Dat zou onderbouwd worden met een onderzoek in het Amerikaanse Yellowstone National Park: “In Yellowstone National park is circa 50% van de wolven schuw en dergelijke wolven zullen mensen vermijden; circa 40% is tolerant naar menselijke aanwezigheid, maar blijft op gepaste afstand, en een zeer klein aantal is niet bang voor mensen, en is ‘sterk gehabitueerd’. Deze laatste vormen een risico voor een mens-wolfconflict.”
Maar Nederland is onvergelijkbaar met de Verenigde Staten waar nationale parken een enorme omvang hebben en ook nog omringd worden door grote arsenalen aan aansluitende natuur met een geringe bevolkingsdichtheid. De versnipperde natuur en de hoge bevolkingsdichtheid van Nederland maakt dat de terugkeer naar ons land van de wolf na 150 jaar van afwezigheid in deze context problematisch is.
Het aantal gedode dieren als schapen en reeën loopt in hoog tempo op. Ook de mens heeft een ontmoeting met het dier te vrezen. Vooral kinderen zijn voor de wolf geen partij. We kennen het nare incident met de jongen in Austerlitz.
Zelfs kuddes Galloway-runderen zijn inmiddels niet meer veilig voor de wolf. (Zie blauwe kader).
Hoeder Galloway-kudde houdt het voor gezien
Henny Lensing uit Schoonloo geeft de moed op. Ze kan het niet langer aanzien dat haar Galloway-runderen in natuurgebied de Elperstroom worden afgeslacht door wolven. De dieren die in de vangkraal komen zullen worden afgevoerd naar het slachthuis. ,,Ook dat is niet fijn, maar dan krijgen ze een dragelijker dood dan dat ze worden gemarteld door de wolf.” Dit schrijft De Schakel, regionaal nieuwswebsite van het Drentse Aa en Hunze.
Boswachter Linde Veldhoen van Staatsbosbeheer: “Er moet wel een oplossing komen. Daar denken we over na.”
Hoe de wolf uit Nederland verdween
Het verdwijnen van de wolf midden in de 19e eeuw was het gevolg van de intensieve jacht. De redenen daarvoor waren dezelfde als die voor het heden zouden moeten gelden.
Boeren zagen de wolf als een directe bedreiging voor hun schapen en runderen. Het verlies van vee had grote economische gevolgen, dus er werden beloningen ingesteld om wolven te doden.
Jagers wilden de populaties van herten, reeën en ander wild beschermen, omdat wolven die prooidieren ook konden vangen. Het beperken van de roofdieren werd gezien als noodzakelijk om de wildstand en daarmee de eigen jachtopbrengsten veilig te stellen.
De snelle uitbreiding van landbouwgrond en de groeiende bevolking verminderden het natuurlijke leefgebied van de wolf. Hierdoor werden wolven nog vaker als hinderlijk ervaren en werd hun uitroeiing als een manier gezien om ruimte voor akkerbouw te behouden. We spreken hier over midden 19e eeuw.
De jacht werd uitgevoerd door lokale boeren, professionele jagers (zogenaamde ‘wolfers’) en ondersteund door gemeentelijke of provinciale autoriteiten die de premies betaalden. Deze gecombineerde druk leidde uiteindelijk tot het verdwijnen van de wolf uit het Nederlandse landschap rond 1869.
Hele Veluwe al onder wolvenpopulaties verdeeld
Volgens het Interprovinciaal Wolvenplan uit 2019 zijn er 5 fases te onderscheiden van de herintrede van de wolf in Nederland:
fase 1: er bevindt zich (af en toe) een zwervende wolf in Nederland;
fase 2: er bevindt zich een territoriale wolf in Nederland;
fase 3: er bevindt zich een territoriaal wolvenpaar in Nederland;
fase 4: er bevindt zich een territoriaal wolvenpaar met jongen in Nederland;
fase 5: we bevinden ons tien jaar na deze eerste voortplanting.
Inmiddels zijn wij voorbij fase 4: op het hele Veluwegebied komen nu verspreid wolvenpopulaties voor. Wolvenkenners kennen de diverse territoria. Immers wolven zijn gebonden aan een eigen territorium. Het aantal ‘ontmoetingen’ tussen mens en wolf is dan ook sterk toegenomen. Steeds meer mensen melden, al dan niet met bewijs van foto’s of video’s, een wolf te zijn tegengekomen.
In het interprovinciaal Wolvenplan wordt erkend dat wolven overlast en schade kunnen veroorzaken. In een schema worden de diverse stadia van overlast uitgewerkt.

De hybride wolf
Volgens het Interprovinciaal Wolvenplan staat de veiligheid van de mens voorop. Toch lijkt dat in de praktijk anders te liggen. Een fervent natuurkenner en wandelaar vertelde ons onlangs dat hij oog-in-oog stond met een zogenaamde ‘hybride wolf’. Dat is een wolf die zich gekruist heeft met een hond. Door die kruising verandert het karakter van de wolf. Ook kan hij iets groter zijn dan zijn niet-gekruiste soortgenoten.
Wolf-hond hybride (kortweg hybride) is een term die wordt gebruikt om de nakomelingen aan te duiden die het resultaat zijn van een paring tussen een wolf en een huishond. Sommigen gebruiken de term wolf-hond hybride en wolfhond door elkaar, maar er is een belangrijk onderscheid tussen de twee. Wolfhonden zijn niet altijd hybriden, en het wordt vaak gebruikt om een gedomesticeerde hond met een relatief recente wolf voorouders te beschrijven.

Het gedrag van een hybride wolf is aanzienlijk anders dan van haar niet gekruiste soortgenoot. Het dier blijft een roofdier, maar is in karakter meer geneigd een mens te naderen. Het gedrag van zo’n kruising is dan ook minder voorspelbaar. “Eventuele agressieve neigingen bij de hybride kunnen door angst worden veroorzaakt en kunnen als zodanig onvoorspelbaar en moeilijk onder controle te houden zijn“, schrijft het International Wolf Center in de Verenigde Staten.
Eco-romantiek
Je kunt gerust stellen dat er bij natuur- en landschapsbeheerders, ‘groene’ belangengroepen een vorm van ‘eco-romantiek’ heerst. Dit is een diep verlangen naar een staat van flora en fauna toen er nog weinig mensen ruimte claimden om te wonen, werken, zich te voeden en zich te verplaatsen. Steeds wil men de natuur herschapen ‘zoals vroeger’, natuur dat het predicaat ‘wild’ verdient. Hierdoor ontstaan kwetsbare biotopen van ‘wensnatuur’ in een verder ‘vijandige’ omgeving. Daarmee wordt de mens bedoeld, en in het bijzonder de boer met zijn stikstof. Boer en burger bedreigen deze nieuwe wensbiotopen die niet passen bij de in de tijd ontstane omstandigheden.

Deze ‘eco-romantiek’ heeft geleid door boskap, poeltjes graven en met moeite instandhouden van bepaalde diersoorten die hier niet (meer) gedijen, zoals de korhoenders op Sallandse Heuvelrug, die elk jaar opnieuw uit het buitenland moeten worden aangevuld.
Het ‘verjagen’ van de wandelaars uit de ‘wilde’ natuur neemt steeds opzichtiger vormen aan. Paden worden afgesloten door bomen over de toegang te leggen. Gebieden worden ‘rustgebied voor het wild’. Maar vooral de wolf lijkt mensen uit de natuur te houden, met name gezinnen met kleine kinderen zien een wandeling in het bos niet meer als ontspanning.
De treurnis bij voorstanders van wolven in Nederland was groot toen de ‘brutale’ wolf Bram moest worden afgeschoten. Er werd zelfs een herdenkingsbijeenkomst met een bloemlegging georganiseerd ter nagedachtenis van wolf Bram.
De wolf moet ‘beheerd’ worden
Nederland kent een lange traditie van wildbeheer. Dat is het instandhouden van een gezonde populatie aan wild, niet alleen gezond voor de populatie maar ook rekening houdend met de belangen van omwonenden, boeren en recreanten.
Momenteel gaat het om beheer van onder andere edelherten, damherten, moeflons, wilde zwijnen en reeën. De wolf wordt niet genoemd op de website van de wildbeheerders op de Veluwe. Toch is er alles voor te zeggen om ook de wolf onder het reguliere wildbeheer te brengen ‘rekening houdend met de belangen van omwonenden, boeren en recreanten.’
Dat is nu dus niet het geval. De wolf krijgt alle ruimte. Het echt wilde dier wordt niet bejaagd en de kans op ‘sterke habituering,’ zeg maar het wennen aan mensen, wordt daardoor steeds groter en daarmee de kansen op ‘incidenten’ zoals in Austelitz.
Het samen-leven van mensen en wilde dieren in een dichtbevolkt land kan alleen als het aantal beperkt blijft. Maar ook is het zaak dat de wolven zoveel mogelijk binnen voorbestemde gebieden worden getolereerd. Dat laatste zal niet eenvoudig zijn, wetende dat de wolf grote afstanden kan afleggen.
Als het terugdringen van de overlast van de wolf voor mens en dier niet slaagt, rest niets anders dan het dier in zijn geheel niet meer te toleren. De redenen van 150 jaar geleden om de wolf uit te roeien gelden immers meer nog dan toen: bescherming van het vee van de boeren, bescherming van wandelaars en bij het bos wonenden burgers. De wolf mag dan de wildstand van andere dieren ‘reguleren’, zo gaat het argument van de voorstanders van de wolf, maar met de wolf zijn hierover geen afspraken te maken. Wanneer gaan wij een natuurlijke vijand voor de wolf introduceren zoals de lynx of de beer?
Een fauna in een klein land en dichtbevolkt land is nooit op natuurlijke wijze in evenwicht te brengen. We weten dat van de Oostvaardersplassen.
Daar zal toch de mens een taak in moeten hebben.




