Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief

Nederland wordt natter, volgens plan

Duinen lokaal verlagen. Nog meer water in Nederland?

Last updated:

Het op meerdere plekken doorsteken van de voorduinen langs de Noord-Hollandse kust heeft tot ophef en zorgen geleid. In opdracht van duinbeheerder PWN (Puur Water & Natuur) worden in De Zuidernollen, een gebied ten zuiden van Castricum aan Zee, vijf kerven gegraven van 30 tot 40 meter breed en 6 meter diep. Het moet het duingebied ‘dynamiseren’ doordat het zeewater bij hoge waterstand ook achter de voorste duinen kan komen. Veel bewoners van het gebied, maar ook waterbouwkundige experts, vinden dit maar een risicovol experiment.

Foto: Jan Salie op X

Gaten in de duinen

De duinen als onderdeel van een nationale beveiliging tegen het water zijn generaties lang beschouwd als verzekering om in alle omstandigheden droge voeten te houden. Het lopen buiten de paden was niet toegestaan, omdat het vertrappen van het helmgras, erosie van de duinen kon veroorzaken.

Daar waar het water niet door natuurlijke duinen buiten de deur werd gehouden en het zeewater vrijelijk het achterland kon bereiken zijn kunstmatige zeeweringen aangelegd, zoals de Hondsbossche Zeewering, onlangs nog versterkt door voor de dijk circa 20 miljoen kubieke meter zand op te spuiten.

‘Kerven’ noemt PWN het. PWN kerft op vier locaties achter de zeereep om “de natuur een handje helpen”. Dat houdt in dat op een aantal plekken stuifvlakken en stuifkuilen worden gemaakt “zodat het zand zich makkelijker kan verspreiden.”

Reden voor deze rigoureuze ingrepen is volgens de opdrachtgever PWN dat door stikstof de begroeiing van het duinlandschap verandert. Door aanleg van de kerven zou vers kalkrijk zand in de duinen kunnen komen en daarmee het aandeel van stikstof kunnen verminderen. Toverwoord ‘biodiversiteit’ is ook in dit project ingezet om kritische geluiden van repliek te dienen. Voormalig waterbouwkundige Wil Lases spreekt van een ‘omgekeerde wereld’ waarin biodiversiteit belangrijker lijkt dan veiligheid. “Elke zeewering is net zo sterk als de zwakste schakel. Het kerven van de duinen kan geen structurele oplossing bieden.”

Natte weilanden, ondergelopen kelders en water achter duinen

Nederland, dat generatie na generatie tegen het wassende water vocht, lijkt nu een totaal andere weg in te slaan. Zo zijn er berichten over een verhoogd waterpeil in delen van Nederland waardoor veel weilanden en landbouwgebieden onder water staan of zo nat zijn dat ze niet bewerkt kunnen worden. Bewoners in een aantal plaatsen als Velsen, Bloemendaal en Zandvoort klagen over ondergelopen kelders en schimmel op de muren.

Er van uitgaande dat er geen opzet in het spel is, lijken de Nederlandse waterexperts de strijd tegen het water te verliezen of zelfs een beleid in te zetten dat het water meer vrij spel geeft. Het kerven graven in de duinen is in elk geval bewust beleid. Dat daarbij het verdwijnen van bepaalde plantensoorten en het verschijnen van nieuwe gewenste soorten belangrijker wordt geacht dan de veiligheid van de dichtbewoonde kustgebieden mag in de Nederlandse traditie opmerkelijk worden genoemd. PWN spreekt nadrukkelijk tegen dat de veiligheid in het geding is. Sterker, de kerven “versterkt de kustveiligheid” volgens PWN.

Toch zijn ook bepaalde deskundigen er niet gerust op. Waterbouwkundige en publicist Frank Silvis (67), voormalig regio­directeur bij waterbedrijf Vitens, vreest voor overstromingen. “De duinen zijn tot 18 meter boven NAP. Inkepingen zijn vier meter diep. Ze halen het weg tot NAP +14, wat in feite veilig zou moeten zijn. Maar de omstandigheden zijn de afgelopen jaren behoorlijk veranderd.” Dit stelt hij op de website van Stichting JAS.

Vooral de motivatie voor de gaten om daarmee de duinen weerbaarder tegen de (vermeende grote) zeespiegelstijging te maken, stuit op veel scepsis.

Eerder in 1997 heeft Rijkswaterstaat bij Schoorl ook een kerf gegraven. Deze was 100 meter breed. Het was destijds het proefproject voor ‘dynamisch kustbeheer’, waardoor geen onderhoud meer nodig zou zijn voor de duinen. Uit een publicatie van Staatsbosbeheer in vakblad Natuur, Bos en Landschap, blijkt dat direct na aanleg De Kerf al volstroomde met zeewater. In de periode van 1997 tot eind 2002 zijn er dertig overstromingen geweest en nog eens vier tot 2009. Het aantal overstromingen is daarna sterk afgenomen door inwaaiend zand. “Dat hiermee De Kerf mislukt zou zijn, is een kwestie van smaak”, schrijft Staatsbosbeheer in de publicatie ‘Voor Staatsbosbeheer is De Kerf een geslaagd project’ (PDF).

Ook emeritus hoogleraar prof. dr. ir. Bart Schultz (74), die werkzaam was bij de voormalige Bouwdienst van Rijkswaterstaat, vindt het onverstandig dat er wordt gegraven in de duinen van Castricum. “Het is erg moeilijk te voorspellen wat het effect van deze ingrepen in de natuurlijke dynamiek van de kust zal zijn”, stelt hij in De Andere Krant.

Romantisering van de natuur

Het kerven van de duinen lijkt onderdeel te zijn van een trend: romantisering van de natuur. We zien dat al met de herintroductie van de wolf in Nederland, om de natuur te ‘verwilderen’. Inmiddels is de wolf, die zich over grote delen van het land heeft verspreid en ook in woonwijken is gezien, uitgegroeid tot een plaag voor boeren en burgers.

Het verwijderen van honderden rivierdammen in heel Europa waardoor waterregulering niet meer mogelijk is, is een voorbeeld van een romantisch beeld van wild stromende rivieren. Vissen zouden zich zo weer over grote lengten kunnen verplaatsen. Sommigen zien hierin de oorzaak van de recente enorme overstromingen, waaronder in Valencia.

De EU is grote aanjager en financier van Rewilding Europe, om de Europese natuur weer ‘wild’ te maken. Het verwijderen van dammen, het ruimte geven aan water en het bevorderen van ‘wetlands‘ zijn pijlers van dit project. Het onder water zetten van delen van Nederland moet een deel van de veengebieden herstellen.

Noord- en Zuid-Holland waterland?

“Land met een plan ….”Land met een plan is een nieuwe blik op de toekomst van Nederland. Ontwikkeld vanuit het idee dat we de grote transities in ontwerpend onderzoek moeten verbeelden en testen om tot een handelingsperspectief te komen. Het is inmiddels wel duidelijk dat we ook in de best ontworpen, best beschermde en meest welvarende metropool ter wereld vaart moeten maken. Het is cruciaal om expertise te bundelen en snel antwoorden te formuleren.”

Zo begint de introductie van het plan ‘Land met een plan’ van de firma Kuiper uit Rotterdam. In hun plan haken ze in op de veronderstelde rampzalige zeespiegelstijging waardoor een ingrijpende verbouwing van Nederland noodzakelijk zou zijn.

Het bureau ziet de Randstad in de toekomst uiteenvallen in twee delen: het landinwaarts gelegen deel wordt ‘Kantstad’, met middelgrote steden met veel groen en het aan de kust gelegen deel ‘Duinstad’ achter “de versterkte Kustboog van brede en hoge duinen”.

Het Groene Hart, wordt blauw, oftewel een gebied met stadspolders en ‘meedeindorpen’.

De Noordzee is in de artist impression volledig bezaaid met windtrubines.

Het hele plan – een kritische beschouwing vergt een apart artikel- stoelt op de aanname dat de stijging van de zeespiegel substantieel is en onverminderd doorzet. Ook wordt gesproken over een aanhoudende daling van het land, wat de relatieve zeespiegelstijging verhoogt.

Ook het klimaatkritische bureau Clintel ontkent niet dat de zeespiegel stijgt maar stelt dat de zeespiegel langs de Nederlandse kust niet versnelt, zoals vaak wordt beweerd. Dat is de voornaamste conclusie van de paper Robust validation of trends and cycles in sea level and tidal amplitude in the Dutch North Sea, dat onlangs gepubliceerd is in de Journal of Coastal and Hydraulic Structures. De paper toont tevens aan dat scenario’s voor de stijgsnelheid van de zeespiegel, zoals die gepresenteerd worden door het IPCC en het KNMI, in het jaar 2020 al twee keer hoger liggen dan de gemeten snelheid.

Het lijkt er dus op dat in de huidige modellen de zeespiegel stijgt. Daarover zijn zowel de klimaatalarmisten als de klimaatsceptici het eens. De vraag is echter hoeveel en hoe snel. En belangrijker, is de aanname reëel dat de huidige trend een ‘eeuwige’ trend is, of kunnen zich situaties voordoen van een omgekeerde trend?

Afbraak Oosterscheldekering

Alsof het nog niet genoeg is denkt men in Zeeland na over het afbreken van de Oosterscheldekering, onderdeel van de wereldberoemde Deltawerken.
Omroep Zeeland: “Vijf teams hebben zich gebogen over de vraag hoe we ons landschap klaar kunnen stomen voor de toekomst waarbij klimaatverandering en stikstofreductie belangrijke thema’s zijn. Een van de teams heeft een plan voor Zeeland ingediend met de titel ‘Een ontdekkingsreis naar Nieuw-Zeeland’.” De Oosterscheldekering, de Philipsdam, de Zandkreekdam en de Veerse Dam worden dan vervangen door bruggen.

Dit plan houdt in dat door de afbraak van de Oosterscheldekering er meer slib langs de oevers wordt afgezet waardoor de wering tegen het water zou worden versterkt. Dat is althans de opvatting van Jim van Belzen, marien ecoloog verbonden aan het Koninklijk Instituut voor Onderzoek der Zee en Wageningen Marine Research. Hogere slikken en schorren verminderen de waterdruk op dijken. Ook lage polders kunnen op natuurlijke wijze worden opgehoogd. Van Belzen: “Op veel plaatsen liggen zogenoemde inlagen tussen de zeedijk en een reservedijk verderop. Daar kun je wisselpolders van maken door er tijdelijk water toe te laten en ze weer in gebruik te nemen als een laag slib is afgezet. Als dan een dijk doorbreekt, zijn de gevolgen minder ernstig.”

“De Oosterschelde vormt nu een unieke biotoop in Nederland, behoort tot het Europese natuurnetwerk Natura 2000 en is sinds 2002 een Nationaal Park”, schrijf Bionieuws. Echter, zo gaat zij verder, “Groot probleem is dat het areaal aan platen, slikken en schorren afneemt. Een deel ging verloren met de afdamming in het oosten en wat overbleef slinkt vanwege zandhonger in het systeem. De geulen zijn namelijk dieper dan passend bij de afgenomen stroomsnelheid van het water en vullen zich met zand, dat wordt afgesnoept van platen, slikken en schorren. Door de halfopen stormvloedkering is het getij te zwak om weer zand terug te werpen en wordt de aanvoer van vers zand uit zee belemmerd. Bodemdieren die leven op de overgang van nat naar droog verliezen zo terrein, evenals zeehonden en vogels die op platen, slikken en schorren rusten, foerageren of broeden.”

De Deltawerken, het miljardenproject dat ons al decennia droog houdt en de Nederlandse waterbouwkunde wereldfaam verschafte, staat nu dus onder druk. Berichten als zou er sprake zijn van sloop zijn echter nog niet aan de orde. De Deltacommissaris benadrukt dat kiezen nu nog niet nodig is. “Het is sterk afhankelijk van de zeespiegelstijging. Als we wereldwijd in staat zijn om die te beperken, zal het niet nodig zijn. Tot 2 meter zeespiegelstijging kunnen we aan met de huidige technieken. Daarboven wordt het moeilijker. Maar de vraag is: wanneer zal dat gebeuren? Over 100, 200 of 400 jaar? Dus nu al het besluit nemen dat we het land prijsgeven aan het water? Nee.”

Discussie noodzakelijk, maar zonder angstbeelden

Er lijken momenteel verschillende stromingen op elkaar te botsen. De romantische golf van het verwilderen van onze natuurlijke omgeving waarbij een ‘dynamische duinlandschap’ door het lokaal verlagen van de duinen, wolven in onze bossen (en dorpen), vrij stromende rivieren zonder dammen toch duidelijk botsen op het in toom houden van het wassende water. Zo ziet bureau Kuiper juist toekomst voor een “versterkte kustboog met brede en hoge duinen”. Ook de industrialisering van de Noordzee en de open landschappen en natuurgebieden door Eiffeltorenhoge windturbines lijkt tegengesteld aan de wens tot een romantische verwildering van de natuur. Natuur in Nederland is vooral cultuurlandschap en onderhevig aan periodiek wisselende inzichten of hoe die er uit moet zien.

Het is duidelijk dat een breed debat nodig is. Echter van een breed maatschappelijk debat, bijvoorbeeld in de media of de politiek, is geen sprake. Activisten en op opdrachten jagende adviesbureau’s nemen het voortouw. Het gaat om immense plannen waarbij nog niets bekend is over de astronomische bedragen die voor de uitvoering van al deze plannen nodig zijn. Ook de ingrijpende gevolgen voor burgers en bedrijven lijken vooralsnog van ondergeschikt belang. Dat tijdens ‘de pandemie’ de ‘Wet verplaatsing bevolking‘ is opgepoetst, geeft te denken.

We kunnen hoe dan ook spreken over ‘de grote verbouwing van Nederland’ Hieraan is ook een speciale website gewijd, die momenteel wordt geactualiseerd: koers2030.nl.

image_pdfDownload