In tegenstelling tot de officiële lezing is het huidige conflict tussen Kiev en het oosten van Oekraïne begonnen in 2014 met de Maidandemonstraties waarbij 100 doden vielen en het bloedbad in Odessa. De Russische invasie was een volgende fase in reeks van politieke en militaire escalaties. Het Europese Hof voor de Mensenrechten (ECHR) oordeelde onlangs dat de ‘relevante autoriteiten’ in gebreke zijn gebleven bij het in veiligheid brengen van de opgesloten personen.
Van Maidan tot Odessa
Tussen november 2013 en februari 2014 vond een reeks protesten plaats in Oekraïne, eerst in Kiev en vervolgens in andere regio’s, waaronder Odessa. De ongeregeldheden waren een reactie op de opschorting van de voorbereidingen voor de ondertekening van de Associatieovereenkomst tussen Oekraïne en de Europese Unie en in plaats daarvan versterking van de economische banden met Rusland.
Deze protesten, die bekend werden als ‘de Maidan revolutie’, culmineerden in de afzetting van de zittende president van Oekraïne Viktor Janoekovytsj en zetten een reeks politieke veranderingen in gang.
Dat leidde tot een aantal pro-Russische demonstraties. In de oostelijke regio’s van Oekraïne begonnen gewapende groepen met geweld de controle over de administratieve
gebouwen in de regio’s Donetsk en Lugansk over te nemen om van hieruit de oprichting van zelfverklaarde separatistische entiteiten uit te roepen die militaire, economische en politieke steun van de Russische Federatie hadden.
De Russische Federatie begon toen ook effectieve controle over de Krim uit te oefenen door, na een door het Westen omstreden referendum, het schiereiland in de Russische Federatie te integreren.
De gebeurtenissen zoals vastgelegd door het ECHR
Onderstaande tekst is deels ingekort.
Op 2 mei 2014 had Odessa een periode van enkele maanden van sociale spanningen doorgemaakt, waaronder de gewelddadige verspreiding van de Maidan protesten die door de politie passief werden gadegeslagen.
Op 19 februari 2014 vond door een georganiseerde en goed uitgeruste groep particulieren een aanval plaats op Maidan-supporters, die tegen afscheiding van Oost-Oekraïne waren en vóór opname in de EU. Een mislukte poging van pro-Russische demonstranten 3 maart 2014 om het gebouw van de regionale raad van Odessa te bestormen, faalde. Deze demonstranten wilden besluiten doordrukken ten gunste van federalisering van Oekraïne en een lokaal referendum forceren. Zowel voor- als tegenstanders van de Maidan-protesten beschikten over zogenaamde zelfverdedigingseenheden, eenheden die enige beschermende uitrusting en wapens bezaten.
Hoewel gewelddadige incidenten zeldzaam waren gebleven in Odessa, was de situatie onstabiel en bestond er een constant risico op escalatie.
Begin maart 2014 sloegen pro-Russische activisten een tentenkamp op op het Kulykove Pole Plein.
Eind april 2014 kondigden fans van de voetbalclubs Odessa Chornomorets en Kharkiv Metalist een protestmars “Voor een verenigd Oekraïne” aan, die plaatsvond op 2 mei 2014 vóór de wedstrijd van die middag. De deelnemers moesten van het Soborna-plein naar het stadion lopen dat 2,5 km ten oosten van het vertrekpunt lag (terwijl het tentenkamp van de anti-Maidan activisten zich ongeveer 3 km ten zuiden hiervan bevond). Kort daarna verschenen er anti-Maidan berichten op sociale media waarin het evenement werd beschreven als een nazi-mars en mensen werden opgeroepen om het evenement te verhinderen.
Veiligheidsdienst zagen tekenen van mogelijke aanzetting tot geweld, botsingen en wanordelijkheden. De de afdeling cybercriminaliteit van het ministerie van Binnenlandse Zaken ontdekte ook berichten op sociale media die opriepen tot massale rellen.
Op 2 mei 2014 werden beperkte politie-eenheden ingezet in het stadscentrum en het stadion, overeenkomstig een standaard rampenplan voor een voetbalwedstrijd. De aanwezige politie greep niet in toen anti-Maidan (pro-Russische, red.) demonstranten zich niet ver van het Soborna-plein begonnen te verzamelen, zogenaamd om te voorkomen dat de deelnemers aan de mars deelnemers de tenten van de anti-Maidan activisten bij de Kulykove Pool zouden vernielden.
Zodra de mars zich een weg baande naar het stadion, naderden anti-Maidan activisten de demonstranten en vielen ze aan, waarbij sommigen schoten op hen afvuurden, nog steeds zonder tussenkomst van de politie. Beide partijen gebruikten pyrotechnische apparaten en luchtdrukwapens en gooiden met stenen, verdovingsgranaten en molotovcocktails. Sommige politieagenten en sommige anti-Maidan demonstranten droegen vergelijkbaar rood plakband op hun armen.
Om 16.10 uur werd het eerste slachtoffer, een Maidan-activist, in zijn buik geschoten.
Hij werd naar het ziekenhuis gebracht, maar overleed tijdens de operatie. Er zijn videobeelden waarop een pro-Russische activist met een bivakmuts op, bij de politie staat en talrijke schoten afvuurt met een Kalashnikov-aanvalsgeweer, zonder reactie van de politie.
De botsingen in het stadscentrum kostten in totaal zes levens.
Pro-Maidandemonstranten kregen uiteindelijk de overhand in de botsingen en vielen het tentenkamp van pro-Russische demonstranten bij Kulykove Pole aan. Anti-Maidan demonstranten vluchtten naar het vakbondsgebouw, een vijf verdiepingen tellend gebouw met uitzicht op het plein. Ze barricaderen zich in het gebouw met houten pallets van het tentkamp en houten en plastic meubels gevonden in het gebouw. Ze hadden een elektrische generator op brandstof en dozen met molotovcocktails mee naar binnen genomen.
Maidan-activisten begonnen de tenten in brand te steken. Een groep pro-Russische demonstranten op het dak van het vakbondsgebouw gooiden molotovcocktails naar de menigte beneden op straat. Pro-Maidanactivisten namen wraak door molotovcocktails naar het gebouw te gooien. Er zijn van beide kanten schoten afgevuurd.
Ondanks talrijke oproepen naar de brandweer, die op minder dan 1 km afstand stond, gaf het dienstdoende hoofd opdracht om geen brandweerauto te sturen zonder zijn uitdrukkelijk bevel.
Om 19.45 uur brak er brand uit in het vakbondsgebouw. De brandblussers in het gebouw werkten niet. De politie belde de brandweer, maar dat was tevergeefs. Sommige mensen in het gebouw probeerden te ontsnappen door uit de bovenste ramen te springen. Een enkeling overleefde de val en werd naar een ambulance gebracht. Anderen sprongen hun dood tegemoet. Videobeelden tonen Pro-Maidandemonstranten die geïmproviseerde ladders en platforms maken van een podium op het plein en ze gebruiken om mensen te redden die vastzitten in het gebouw. Een andere video toont pro-Maidandemonstranten die mensen aanvallen die uit de ramen waren gesprongen of gevallen.
Het regionale hoofd van de brandweer gaf uiteindelijk opdracht om brandweerauto’s naar de plaats van het ongeval te sturen. Brandladders werden gebruikt om mensen uit de ramen van de bovenste verdieping te redden. Brandweerlieden kwamen het gebouw binnen rond 20.30 uur om de brand blussen. De politie arresteerde 63 anti-Maidan activisten die nog steeds in het gebouw of op het dak zaten. Ze werden twee dagen later vrijgelaten, toen een groep van enkele honderden anti-Maidan demonstranten het lokale politiebureau bestormden waar ze werden vastgehouden.
De brand kostte 42 mensen het leven.
De binnenlandse onderzoeken, die later op verschillende data werden gestart, bestonden uit tal van onderling verbonden strafprocedures. Afhankelijk van of het onderzoek
betrokken particulieren, de politie of de brandweer betrof, werden ze toevertrouwd aan verschillende autoriteiten.
Veel van de verdachten zijn gevlucht. Verscheidene anderen werden uiteindelijk ontslagen van strafrechtelijke aansprakelijkheid als gevolg van het verstrijken van de tienjarige verjaringstermijn en werden vrijgelaten.
De enige zaak die door een definitieve rechterlijke beslissing werd afgerond, was die met betrekking tot het plaatsvervangend-hoofd van de regionale politie die naar Rusland was gevlucht. Hij werd bij verstek veroordeeld wegens medeplichtigheid aan de organisatie van de massale rellen.
Het oordeel van het Hof
Bij het Hof zijn zeven aanvragen ingediend door in totaal 28 personen. 25 van de verzoekers verloren hun nabestaanden – hetzij in de uitgebroken gevechten of als gevolg van de brand in het vakbondsgebouw. Drie van de verzoekers overleefden de
brand met verschillende verwondingen.
Onder de familieleden van de verzoekers die op die dag hun leven verloren, waren Maidan-aanhangers en tegenstanders alsmede, mogelijk, toevallige voorbijgangers.
In de zaak heeft het Europees Hof voor de rechten van de mens unaniem geoordeeld dat er een:
- schending van artikel 2 (recht op leven/onderzoek) van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, rekening houdende met het feit dat de betrokken autoriteiten niet alles hebben gedaan wat redelijkerwijs van hen kon worden verwacht om het geweld in Odessa op 2 mei 2014 te voorkomen, om dat geweld na het uitbreken ervan te stoppen, om ervoor te zorgen dat tijdige reddingsmaatregelen voor mensen die vastzitten in de brand, en om een effectief onderzoek naar de gebeurtenissen te starten;
- een schending van artikel 8 (recht op eerbiediging van het privé-en gezinsleven) ten aanzien van één aanvrager betreffende de vertraging bij het overhandigen van het lichaam van haar vader voor begrafenis.
Tot slot
Dit vonnis gaat niet over de centrale vraag wie verantwoordelijk is voor de huidige situatie in Oekraïne. Toch was deze verschrikkelijke gebeurtenis een stap op de escalatieladder. Het was het begin van nog meer geweld in het oosten van Oekraïne tegen de daar woonachtige Russischtalige dan wel etnisch Russische bevolking.
Deze dramatische gebeurtenis leidt echter af van de echte oorzaken van de oorlog in Oekraïne: de stelselmatige uitbreiding van de NAVO als onderdeel van het ‘eeuwige’ streven om Rusland op te breken en haar grondstoffen te kunnen exploiteren. Terwijl het Oekraïense volk onderling verdeeld is geraakt, zitten de schuldigen ver weg in Washington, Londen en Brussel.
De uitspraak (PDF)