De Friese biologische veehouder Bart moet zijn activiteiten in de winkel en restaurant staken. Op straffe van een dagelijkse dwangsom van €2.500,00 heeft hij zijn restaurant en winkel per 3 december jl. moeten sluiten. “Wij zijn hier echt helemaal kapot van”, zegt hij tegen Omroep Friesland.
Op 28 november 17.00 uur ontving veehouder Bart de brief dat hij op 3 december de activiteiten moest stoppen.
Bartele Holtrop, beter bekend als boer Bart, wilde zijn biologische veehouderij met extra activiteiten ondersteunen. Zo kreeg hij in 2020 een vergunning voor het openen van een winkel en een restaurant. Ook gaf hij aandelen uit om voor zijn financiering los te komen van de wurggrepen van een bank. Aanvankelijk was iedereen enthousiast, biologisch boeren gebaseerd op eigen financiering en betrokken aandeelhouders.
Maar zo liep het niet. De populariteit van het restaurant en winkel groeiden in korte tijd uit tot een substantieel deel van zijn totale bedrijfsinkomsten. Dat is volgens de gemeente De Fryske Marren niet de bedoeling, de nevenactiviteiten moeten ondersteunend zijn aan de hoofdactiviteit: de biologische veehouderij. Ook zouden er bij de gemeente klachten zijn binnengekomen over verkeersoverlast, zoals met parkeren door de bezoekers.
Volgens Holtrop zou zijn bedrijfsvoering voldoen aan de verstrekte omgevings-vergunning.
In een reactie op de dwangmaatregel van de gemeente schrijft Holtrop op zijn website:
“Wij hebben ons bedrijf zorgvuldig en altijd ontwikkeld volgens de uitzonderingsregels die in dat bestemmingsplan zijn vastgelegd. Zoals in de voorzieningen zijn opgenomen.”
Zo geeft hij aan te voldoen aan de milieu-eisen en parkeren van de auto’s van de bezoekers gebeurt op eigen terrein. “Alles wat we doen staat in dienst van het promoten en verkopen van onze eigen producten.”
“Omdat we geen welles-nietes-strijd willen voeren, en een conflict alleen aan de onderhandelingstafel kan worden opgelost, hebben we direct aangegeven een nieuwe vergunning te willen aanvragen. Echter heeft de heer Tamminga aangegeven hier niet aan mee te willen werken, doordat hij vasthoudt aan het besluit tot handhaving.”
De familie die naar werknemers ook vrijwilligers aan het werk had, heeft geen idee meer wat ze moet doen: in de vooraankondiging tot handhaving worden andere dingen genoemd dan het besluit tot handhaving.
Omdat de inkomsten uit winkel en restaurant een belangrijk deel uit maken van de inkomsten en daar ook investeringen aan vooraf zijn gegaan, kan het bedrijf het niet zonder deze inkomsten stellen en dreigt faillissement.
Commentaar
Het voeren van een gemengde bedrijfsvoering, niet bedoeld in agrarische zin, is een manier om de vaak minder rendabele biologische landbouw of veehouderij rendabel te maken. De gemeente mag dan formeel in haar recht staan, zo meent in elk geval de gemeente zelf, het weigeren om met boer Bart een oplossing te zoeken is niet verdedigbaar. Overheden moeten de samenleving faciliteren in activiteiten die de samenleving dienen. De vorm waarin dat gebeurt verandert met de tijd omdat de omstandigheden nu eenmaal periodiek veranderen.
Het is inmiddels bekend dat Nederlandse overheden in de meeste gevallen de boeren niet goed gezind zijn. De verstikkende en steeds strakkere regelgeving maakt een rendabele bedrijfsvoering steeds minder mogelijk. Deze ontwikkeling gaat ten koste van de kleinere regionaal opererende boeren en bevoordeelt de grote voedselproducenten die over voldoende middelen beschikken om de benodigde schaalgrootte te bereiken.
De stille verschuiving van onze landbouw naar Oekraïne, waar de regelgeving veel ruimte laat aan de daar opererende grote corporates, vaak Amerikaanse, betekent dat de basis onder de Nederlandse landbouw en veehouderij wordt weggetrokken.
Het zou de gemeente De Fryske Marren sieren als zij samen met de ondernemende boer naar een oplossing zoeken opdat de agrarische sector nog een toekomst heeft in Nederland.
